De squat: oefening voor rug- en knieklachten. Wij geven aan cliënten met rug- en knieklachten vaak de squatoefening als huiswerkoefening op. Maar waarom eigenlijk?
Met de squatoefening train je veel spiergroepen. Je maakt je spieren sterker en traint tegelijkertijd je coördinatie en core-stabiliteit. Als je deze oefening goed uitvoert train je je bovenbeen- en onderbeenspieren, bilspieren, buikspieren en rugspieren. Tot slot verbeter je de mobiliteit van je enkels, knieën, heup en wervelkolom.
Een goede uitvoering van de squat is vaak best moeilijk voor beginners. Maar als je veel oefent, dan verbeter je snel je techniek. Des te beter je techniek, des te meer je kunt squatten waardoor je de kans op een blessure verkleint. Oefen de squat altijd zonder gewichten, totdat je de beweging hebt geperfectioneerd en je gemakkelijk 3 x 15 herhalingen kunt maken. Er zijn vele varianten op de squat te vinden. De squat voor beginners ziet er zo uit:
Gebruik geen gewichten. Je voeten staan breder dan je heupen en je knieën wijzen een klein beetje naar buiten. Buig je knieën terwijl je met een lange rug met je billen naar achteren zakt. Zak met je billen totdat je heupen met je knieën circa een hoek van 90 graden maken, je merkt dan dat je bekken een kanteling wil maken. Je knieën mogen iets voorbij je tenen komen, maar niet te veel. Je kunt je armen voor je uitstrekken tijdens elke kniebuiging, zo behoud je gemakkelijker je balans en train je je core. Probeer tijdens het squatten recht naar voren te blijven kijken in plaats van omhoog. Belangrijk: adem in als je zakt en adem uit als je weer omhoog komt. Veel succes!
