Het vermijden van activiteiten en het voorzichtig bewegen helpen niet op de lange termijn.
In het begin als een rugklacht net ontstaat, kun je merken dat je rug pijnlijk en stijf is. Misschien merk je zelfs wel dat je in een scheve houding staat of zit. Het is in deze fase (eerste 48 uur) niet erg om voorzichtig te bewegen. Je lijf heeft niet voor niets deze reactie en beschermt je op deze manier automatisch om verder letsel te voorkomen. Stijfheid en pijn zijn in de eerste dagen dus een gezonde en normale reactie op rugklachten. Af en toe op een dag plat liggen op je bed kan dan zeker helpen. Maar na deze 48 uur is het belangrijk om kleine of korte stukjes te bewegen, bijvoorbeeld wandelen of fietsen. Bedrust op lange termijn helpt zelden bij rugklachten en zorgt er eigenlijk alleen maar voor dat het herstel vertraagt.
Slecht of weinig slapen beïnvloedt rugklachten.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen mensen met rugklachten en mensen die te weinig of slecht slapen. In je slaap herstel je en bouw je je lijf weer op. Als je niet diep of voldoende slaapt, kom je niet in de slaapfase terecht waarin een lijf kan herstellen. Voldoende slapen is voor rugklachten om deze reden belangrijker dan dat je denkt. Er bestaat tevens een sterk verband tussen stress, niet lekker in je vel zitten en je zorgen maken over pijn.
Langdurige rugklachten kunnen echt beter worden.
Chronische rugpijn bestaat eigenlijk niet. Het is geen medische aandoening, het zegt alleen iets over de duur van het klachtenbeeld. Risicofactoren voor chronische of beter gezegd “aanhoudende rugpijn” zijn onder andere: een hoge pijnintensiteit (dus forse pijnklachten), pijn op meerdere plaatsen, een beperking van activiteiten (bijvoorbeeld niet kunnen sporten of werken) en cognitie (bijvoorbeeld omdat je ervan overtuigd bent dat je rug “versleten” is en nooit meer beter wordt). Deze risicofactoren kun je verkleinen. Een fysiotherapeut kan je daar heel goed mee helpen.
In de ochtend ben je langer dan in de avond.
Raar maar waar. De tussenwervelschijven werken als een soort sponzen. Ze onttrekken en trekken vocht aan. Dit zorgt ervoor dat een rug bijvoorbeeld klappen op kan vangen tijdens het lopen of rennen. Aan het eind van de dag is de vochthuishouding van een tussenwervelschijf verminderd, waardoor de ruimte tussen de wervels iets kleiner wordt. Zodra je slaapt vullen de tussenwervelschijven zich weer met vocht, zodat je lijf weer klaar is voor een nieuwe dag. Dit zorgt ervoor dat je in de avond iets korter bent dan in de ochtend.
